Verhuiskostenvergoeding bij renovatie

Heeft een huurder van woonruimte die tijdens renovatie tijdelijk verblijft in een door de verhuurder ter beschikking gestelde, volledig ingerichte en gestoffeerde wisselwoning, recht op verhuiskostenvergoeding? Over deze prejudiciële vraag heeft de Hoge Raad zich onlangs gebogen.  

 

Artikel 7:220 lid 5 BW bepaalt dat de verhuurder een verhuiskostenvergoeding verschuldigd is als de huurder tijdelijk moet verhuizen vanwege een renovatie. De vergoeding wordt elk jaar iets verhoogd en bedraagt in 2022 € 6.505,-. 

 

In de zaak die vooraf ging aan de prejudiciële vraag wilde de betreffende woningcorporatie renovatiewerkzaamheden uitvoeren aan een flatgebouw met zelfstandige woningen. Voor de huurders was het onmogelijk om tijdens die werkzaamheden in de woonruimtes te verblijven. De verhuurder stelde daarom volledig ingerichte en gestoffeerde wisselwoningen beschikbaar. Toen de huurders vervolgens aanspraak wilden maken op de verhuiskostenvergoeding weigerde de woningcorporatie dit te betalen. De huurders stapten daarom naar de rechter.  

 

In de rechtspraak werd vooralsnog wisselend geoordeeld over deze kwestie. De Hoge Raad komt nu met een duidelijk antwoord: als de huurder het gehuurde tijdelijk moet verlaten in verband met een renovatie en dan verblijft in een door de verhuurder ter beschikking gestelde, volledig ingerichte en gestoffeerde wisselwoning, heeft hij geen aanspraak op een verhuiskostenvergoeding. Dat geldt ook als de huurder een aanbod hiertoe afwijst. De Hoge Raad voegt hieraan toe dat de wisselwoning wel ‘redelijk en passend’ dient te zijn. Hier speelt onder andere de ligging en de kwaliteit van de wisselwoning een rol, alsmede de duur van het verblijf daarin en de vraag of de inboedel van de huurder verplaatst moet worden. Ook zijn persoonlijke omstandigheden zoals de gezondheid van de huurder van belang. 

 

De Hoge Raad benadrukt nog wel dat de huurder die geen aanspraak op de volledige verhuiskostenvergoeding kan maken, mogelijk wel aanspraak kan maken op vergoeding van opslagkosten voor de inboedel of herinrichtingskosten van de woning na de renovatie.