Acht slachtoffers van de toeslagenaffaire hebben besloten naar de civiele rechter te stappen om een schadevergoeding te claimen. Zij worden vertegenwoordigd door twee Nijmeegse advocaten. Door het gebrek aan vertrouwen in de overheid wordt nu de onafhankelijke burgerlijke rechter als laatste redmiddel gezien. Aangezien de ouders buiten de compensatieregeling van de overheid vielen hopen ze op grond van een onrechtmatige daad een schadevergoeding te ontvangen. Toch prefereren de advocaten van de gedupeerden dat er een regeling met de overheid kan worden getroffen door middel van een schikking. Mocht dit niet lukken zullen ze een verklaring bij de rechter eisen waarin vast komt te staan dat de overheid onrechtmatig heeft gehandeld. Tevens zal er dan een voorschot op de schadevergoeding worden geëist. In een latere procedure, de zogenaamde “schadestaatprocedure” zal de rechter de precieze hoogte van de schadevergoeding bepalen.
Mocht de overheid geen aansprakelijkheid erkennen kan er een onrechtmatigedaadsactie tegen de overheid worden gestart. Deze civiele zaak staat los van de compensatieregeling die door de overheid is aangeboden. In deze gerechtelijke procedure wordt vastgesteld of de overheid foutief heeft gehandeld en daardoor verantwoordelijk is voor de gelede schade. Tevens kan er een schadevergoeding komen voor de immateriële schade. Deze schade is niet in geld uit te drukken, denk aan verdriet en verbroken relaties. Dit kan financieel gecompenseerd worden, men spreekt dan van smartengeld.
Deze zaak kan een belangrijk precedent scheppen voor andere gedupeerden, mocht het een succes worden is de kans groot dat ook andere slachtoffers de gerechtelijke weg inslaan voor compensatie. Deze weg staat haaks op de beoogde compensatieregeling van de regering. Helaas lijkt de toeslagenaffaire nog lang niet opgelost te zijn.